Hoe is het met het wetsvoorstel ‘recht op onbereikbaarheid’?
In mei 2021 schreven we een kort nieuwsbericht over dit wetsvoorstel dat in mei 2021 bij de Tweede Kamer werd ingediend. Sindsdien is het stil, onder meer vanwege forse kritiek die de Raad van State had op het wetsvoorstel.
Toch onderzoekt de Europese Commissie nog steeds de mogelijkheid van ‘onbereikbaarheidswetgeving’ op Europees niveau. Ook lijkt de bij ons ingeslapen discussie in Nederland weer op te laaien. Kitty Jong, FNV, riep namelijk onlangs op om het oude wetsvoorstel alsnog in te voeren:
‘Veel werknemers staan onder hoge druk, zeker in deze tijd van tekorten aan collega’s. Maar het is ook voor de samenleving belangrijk dat het aantal mensen met een burn-out wordt teruggedrongen. De maatschappelijke kosten van overbelasting door werkgevers komen namelijk voor rekening van ons allemaal.’
42% van de werkende Nederlanders geeft aan buiten werktijd bereikbaar te zijn en werk te verrichten. Onder andere de komst van de smartphone en thuiswerken hebben bijgedragen aan de vervaagde grens tussen werk- en privétijd. De huidige samenleving vraagt oplettendheid van werkgevers met betrekking tot de werkdruk die door werknemers wordt ervaren. In dat kader kan het belangrijk zijn dat werkgever en werknemer met elkaar in gesprek gaan over (on)bereikbaarheid.
Het is zeer de vraag of dat via een wettelijke regeling geregeld moet worden. Zoals ook bij steeds meer grote bedrijven in Duitsland, lijkt het invoeren van beleid, gericht op cultuurverandering, een grotere impact te hebben. Zoals hoogleraar arbeidsrecht aan de Radboud universiteit Femke Laagland schrijft:
‘Het is veel belangrijker dat de werkgever een cultuur heeft binnen zijn bedrijf, waarin werknemers ook het gevoel krijgen dat ze niet hoeven te reageren op bepaalde mailtjes en telefoontjes buiten werktijd.’
Wat ons betreft een mooi thema voor HR in het kader van het voorkomen van uitval van medewerkers.