Nieuw bewijsrecht per 1 januari 2025
Het bewijsrecht in civiele procedures is met ingang van 1 januari 2025 gemoderniseerd en efficiënter en effectiever gemaakt. Het bewijsrecht regelt wanneer en hoe partijen in een civiele procedure bewijs mogen of moeten leveren van de feiten die door partijen worden gebruikt ter onderbouwing van hun vordering of verweer. Deze regels kunnen dus van grote invloed zijn op de uiteindelijke uitkomst van een procedure.
Informatieverzameling en bewijsvergaring voorafgaand aan de procedure?
Oorspronkelijk beoogde het wetsvoorstel dat meer nadruk werd gelegd op informatievergaring en bewijsverzameling voorafgaand aan de procedure. Een specifieke wijziging die hierop was gericht, heeft het echter niet gehaald vanwege kritiek uit de praktijk. Men vond het te vergaand om partijen te verplichten om al voordat een zaak aan de rechter wordt voorgelegd alle gegevens te verzamelen waarover zij redelijkerwijze kunnen beschikken en die redelijkerwijze van belang zouden kunnen zijn. Er werd gevreesd voor Angelsaksische ‘disclosure’ en ‘discovery’-achtige praktijken. Nu die wijziging het niet heeft gehaald, voorziet de wetswijziging veel minder dan oorspronkelijk de bedoeling was in het naar voren halen van de informatieverstrekking aan de rechter. Op dat vlak wijzigt er dus eigenlijk niet zo veel.
De wijzigingen die wel zijn doorgevoerd, zullen we in de komende weken wat nader bespreken:
- Het inzagerecht: de nieuwe wetgeving partijen geeft recht op inzage van gegevens als zij daar een voldoende belang bij hebben. De criteria waren eerder zwaarder. Het wordt daardoor dus iets gemakkelijker om voorafgaand aan een procedure informatie en bewijs te verzamelen.
- De voorlopige bewijsverrichtingen (bijv. voorlopig getuigenverhoor en voorlopig deskundigenbericht) kunnen nu in één verzoekschrift worden verzocht: afzonderlijke verzoekschriftprocedures zijn niet meer nodig. De criteria voor de beoordeling van de verzoeken zijn gelijk getrokken;
- De beperkte bewijskracht van de partijgetuige is afgeschaft: de rechter is nu vrij in de waardering van de verklaring van een van de partijen zelf;
- Met ingang van 1 januari 2025 komt het verschoningsrecht ook toe aan de (ex-)levensgezel;
- De wettelijke verankering van de actievere rol van de rechter bij de waarheidsvinding;
- Het conservatoir bewijsbeslag is nu in de wet opgenomen (dat was eerder alleen het geval voor zaken over intellectueel eigendom);
- Er is een nieuw bewijsmiddel in de wet opgenomen: het proces-verbaal van constateringen door de deurwaarder. Zo’n proces-verbaal geldt als authentieke akte en heeft dwingende bewijskracht.
Wil je nu al meer weten of strategie bespreken voor een toekomstige procedure? Neem dan contact op met Hilmar Wiechers ([email protected]) of Marloes Poelsema ([email protected]).