Ga naar overzicht

Transitievergoeding bij slapende dienstverbanden: afwachten of aftikken?

01-03-2019 16:45
 Transitievergoeding bij slapende dienstverbanden: afwachten of aftikken?

Slapend dienstverband

Met de WWZ ontstond ook de verplichting tot het betalen van een transitievergoeding bij het beëindigen van een dienstverband; ook bij een ‘slapend dienstverband’. Veel werkgevers kozen ervoor om het dienstverband na langdurige ziekte te laten voortduren, omdat zij dan geen transitievergoeding verschuldigd waren. Hoewel het op weerstand van werknemers stuit, is deze vorm van handelen in de vaste rechtspraak geaccepteerd.

In de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB, de reparatiewet van de WWZ) is een compensatieregeling voor werkgevers ontwikkeld. Werkgevers kunnen de betaalde transitievergoeding bij beëindiging van een dienstverband wegens langdurige arbeidsongeschiktheid gecompenseerd krijgen van de overheid. Dit geldt met terugwerkende kracht voor alle transitievergoedingen die vanaf 1 juli 2015 zijn betaald.

Nu werkgevers worden gecompenseerd in de kosten van de transitievergoeding, staat niets meer het beëindigen van de slapende dienstverbanden in de weg. Toch blijken werkgevers terughoudend. De vraag is of dit terecht is.

Geen compensatie voor de periode van het slapende dienstverband

De compensatie beperkt zich tot de verschuldigde transitievergoeding tot twee jaar na de eerste ziektedag. Ter illustratie een rekenvoorbeeld.

Jan is geboren in 1970. Hij is sinds 2000 in dienst van onderneming X. Jan had een bruto maandloon van € 4.000,-. In 2013 wordt Jan arbeidsongeschikt en in 2015 krijgt hij 100% WGA uitkering. De transitievergoeding per 1 juli 2015 was € 26.280,- bruto.

Stel dat onderneming X het dienstverband slapend houdt en pas over gaat tot beëindiging per 1 april 2020. De transitievergoeding zal dan inmiddels € 36.000,- bruto bedragen en er wordt slechts € 26.280,- bruto gecompenseerd door het UWV. De vraag is vervolgens of het gat van bijna € 10.000,- voor rekening komt van onderneming X of dat de werknemer, ook op 1 april 2020 genoegen moet nemen met € 26.280,-bruto. Zie hierna.

Voorfinanciering

Nu al overgaan tot beëindiging en betaling van de transitievergoeding betekent een voorfinanciering van werkgevers. De compensatie zal op zijn vroegst pas in de loop van 2020 worden uitgekeerd door de overheid. Dat vraagt om voldoende liquide middelen voor werkgever om een vergoeding nu al te voldoen.

Verplichting nu al te betalen op grond van goed werkgeverschap?

Recent deed het Scheidsgerecht Gezondheidszorg een opzienbarende uitspraak waarin het Scheidsgerecht oordeelde dat de werkgever het slapende dienstverband diende te beëindigen op grond van goed werkgeverschap.

De terminaal zieke werknemer in deze zaak wilde beëindiging van de arbeidsovereenkomst op initiatief van zijn werkgever afdwingen. Met een levensverwachting van enkele maanden wilde hij de transitievergoeding veilig stellen. Deze komt immers te vervallen met het overlijden van de werknemer. Juist omdat werkgever gecompenseerd zal worden in de kosten van de transitievergoeding, heeft deze er geen belang bij het dienstverband slapend te houden, zo betoogde de advocate van werknemer. Het Scheidsgerecht nam deze overweging over en oordeelde dat werkgever uit goed werkgeverschap moet overgaan tot beëindiging.

Van belang is om te noemen dat het Scheidsgerecht niet zelf besliste in de ontslagzaak. Dat zal het UWV in dit geval moeten doen. Het oordeel van het UWV is nog niet bekend.

Mocht dit oordeel van het Scheidsgerecht géén witte raaf blijken en meer rechters werkgevers gaan veroordelen tot betaling van de transitievergoeding, dan kan dit vergaande financiële consequenties hebben. Uit het rekenvoorbeeld hiervoor volgde immers dat de transitievergoeding al slapend met € 10.000,- is toegenomen. En deze toename valt dus niet onder de compensatieregeling.

Onzekerheid over de inwerkingtreding van de Wet Compensatie Transitievergoeding

Tot deze week was een veelgehoord argument vóór afwachten de onzekerheid over de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving. Dit werd ook aangevoerd door de werkgever van de terminaal zieke arts. Het Scheidsgerecht overwoog: ‘de kans dat de wet in het geheel niet in werking zal treden, moet bijzonder gering worden geacht’. Van de werkgever in kwestie werd dus verwacht te varen op het komend recht, ook al was nog niet bekend wanneer deze regeling in werking zou treden. Deze onzekerheid is voorbij. Het Koninklijk Besluit werd op 26 februari 2019 gepubliceerd: de datum van inwerkingtreding is bepaald op 1 april 2020.

Afwachten of nu al afrekenen? Een Meesterlijk advies:

Wilt u er zeker van zijn dat de betaalde vergoeding en de compensatie niet verder uiteen gaan lopen dan is ons advies: nu al afrekenen. Er is dan immers geen risico dat de transitievergoeding verder oploopt terwijl de maximale compensatie vastligt. Bovendien geeft het beëindigen van een dienstverband voor alle partijen duidelijkheid.

In uw specifieke situatie kunnen echter ook nog andere argumenten spelen en komen we mogelijk tot een ander advies. Bijvoorbeeld omdat er ook voorwaarden zijn gesteld aan de hoogte van de compensatieregeling.

Daarom bespreken we graag samen met u wat voor uw bedrijf de Meesterlijke route is. Neem dan contact met ons op. Dit kan via [email protected] of door persoonlijk contact met ons op te nemen. Zie hiervoor www.meesterlijk.nl