Ga naar overzicht

Nieuw bewijsrecht per 1 januari 2025 – actieve(re) rechter en beperkte bewijskracht van partijgetuige is afgeschaft

30-01-2025 12:16
Nieuw bewijsrecht per 1 januari 2025 – actieve(re) rechter en beperkte bewijskracht van partijgetuige is afgeschaft

Het bewijsrecht in civiele procedures is met ingang 1 januari 2025 gemoderniseerd, efficiënter en effectiever gemaakt. Het bewijsrecht regelt wanneer en hoe partijen in een civiele procedure bewijs mogen of moeten leveren van de feiten die door partijen worden gebruikt ter onderbouwing van hun vordering of verweer. Deze regels kunnen dus van grote invloed zijn op de uiteindelijke uitkomst van een procedure.

Beperkte bewijskracht partijgetuige afgeschaft
Een opvallende wijziging is dat met ingang van 1 januari de beperkte bewijskracht van de partijgetuige is afgeschaft: de rechter is nu vrij in de waardering van de verklaring van een van de partijen zelf. Voorheen stond in de wet dat de verklaring van een partij (op de mondelinge behandeling of als getuige) op wie de bewijslast rust, geen bewijs in haar voordeel kan opleveren, tenzij dat strekt ter aanvulling van onvolledig bewijs. Er was al langere tijd kritiek op deze bepalingen in de rechtsliteratuur en daaraan is nu gehoor gegeven doordat deze bepalingen zijn komen te vervallen. Dat betekent dat de rechter zelf mag bepalen welke waarde hij aan een verklaring van een van de partijen hecht. De rechter mag voortaan dus ook op grond van een verklaring van een partij zelf een feit in haar voordeel bewezen achten.

Reken je nu bewijsrechtelijk niet meteen rijk (of arm), want het is natuurlijk wel zo dat de rechter behoedzaam zal omgaan met verklaringen van een getuige die zelf een belang heeft bij de uitkomst van de zaak.

Actieve(re) rechter
De rol van de rechter bij de waarheidsvinding is met ingang van 1 januari 2025 ook verduidelijkt. Zo is nu in de wet opgenomen dat de rechter de bevoegdheid heeft om (binnen de grenzen van de rechtsstrijd) met partijen ook op eigen initiatief de feitelijke grondslag van hun vordering, verzoek of verweer te bespreken. Vanuit de verantwoordelijkheid om een uitspraak te doen die zo veel mogelijk aansluit bij de materiële waarheid is met deze wijziging voor de rechter verduidelijkt dat hij binnen de door partijen getrokken grenzen van de rechtsstrijd actief kan bijdragen aan de waarheidsvinding. Het vroegere uitgangspunt van een “lijdelijke” rechter is hiermee definitief achterhaald.

Een andere wijziging in dit kader is dat de rechter ook door hem zelf aangewezen personen als getuigen kan laten oproepen. Die mogelijkheid bestond al voor verzoekschriftprocedures en is er nu dus ook voor dagvaardingsprocedures. Dit biedt rechters de mogelijkheid om ervoor te zorgen dat relevante getuigen worden gehoord, ongeacht of partijen deze (of andere) getuigen voordragen.

Wil je meer weten of strategie bespreken voor een toekomstige procedure? Neem dan contact met ons op.