Werkgever opgelet als je tijdelijke werknemer om een vast contract vraagt
Een tijdelijke medewerker vroeg om een vast contract en de werkgever reageerde niet binnen 2 maanden: volgens de rechter was hierdoor op grond van de Wet Flexibel Werken een vast contract ontstaan.
Wat houdt de Wet Flexibel Werken (WFW) ook alweer in?
De WFW is op 2 augustus 2022 ingevoerd en geeft werknemers het recht de werkgever te vragen om:
- arbeidsduur,
- arbeidsplaats (thuis, kantoor of buiten kantoor),
- (spreiding van) werktijden of
- een combinatie van deze drie,
tijdelijk of structureel aan te passen.
De WFW vloeit voort uit de maatschappelijke opvatting dat flexibel werken voor werknemers bijdraagt aan een goede balans tussen werk en privé.
Wie komt een beroep op de WFW toe?
Werknemers die 26 weken of langer in dienst zijn bij een werkgever met tien of meer werknemers, tenzij het een werknemer betreft met een kind in de leeftijd tot 8 jaar of die mantelzorger zijn.
Kan er ook om meer uren gevraagd worden?
Ja, tenzij de uren niet beschikbaar zijn, en ook alleen in de eigen functie van de werknemer.
Reactie werkgever op een WFW-verzoek
Het uitgangspunt is dat de werkgever het verzoek inwilligt, behalve als er sprake is van zwaarwegende bedrijfsbelangen die aan het inwilligen van het verzoek in de weg staan. Daarbij heeft de werkgever meer beoordelingsvrijheid bij een verzoek tot spreiding van uren dan bij een verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur of van de werktijd. Een verzoek tot aanpassing van de arbeidsplaats hoeft de werkgever ‘slechts’ als ‘goed werkgever’ te overwegen (dus: géén recht op thuiswerken).
Besluit werkgever op een WFW-verzoek
De werkgever moet een schriftelijk besluit nemen over een WFW-verzoek en in geval van een afwijzing moet dit ook worden toegelicht. De werkgever moet bovendien uiterlijk één maand vóór de gevraagde ingangsdatum dit besluit nemen. Doet de werkgever dit niet dan wordt het verzoek geacht te zijn goedgekeurd.
En dat was dus in de recente uitspraak van de kantonrechter gebeurd!
De kantonrechter stelde zich op het standpunt dat artikel 2b WFW ook de grondslag kan zijn voor een verzoek van een tijdelijke medewerker tot het verkrijgen van een vast contract. De werkgever had op dit verzoek niet tijdig (zie hiervoor) gereageerd, als gevolg waarvan er van rechtswege, op grond van de wet, een contract voor onbepaalde tijd was ontstaan.
Maar…
De werkgever uit deze uitspraak had de werknemer geschreven dat de arbeidsovereenkomst was geëindigd. Tegen dit besluit had de werknemer vervolgens niet tijdig verweer gevoerd. Hierdoor eindigde het contract voor onbepaalde tijd alsnog.