Nieuw bewijsrecht per 1 januari 2025 – verschoningsrecht nu ook voor de (ex)-levensgezel!
Het bewijsrecht in civiele procedures is met ingang 1 januari 2025 gemoderniseerd, efficiënter en effectiever gemaakt. Het bewijsrecht regelt wanneer en hoe partijen in een civiele procedure bewijs mogen of moeten leveren van de feiten die door partijen worden gebruikt ter onderbouwing van hun vordering of verweer. Deze regels kunnen dus van grote invloed zijn op de uiteindelijke uitkomst van een procedure.
Een belangrijke moderniseringsslag is dat met ingang van 1 januari de (ex-)levensgezel zich ook op het verschoningsrecht kan beroepen. De levensgezel wordt dan (voor wat betreft het verschoningsrecht) gelijk behandeld als echtgenoten en geregistreerde partners.
Getuigplicht en verschoningsrecht
In Nederland bestaat een getuigplicht: iedereen die op de juiste manier wordt opgeroepen zal moeten getuigen in een procedure. De wet biedt een aantal uitzonderingen, waaronder het relationeel verschoningsrecht. Voorheen zag dat nog niet op de (ex)-levensgezel, maar met ingang van 1 januari 2025 is dat wel het geval. Dat sluit aan bij de huidige samenleving waarin levensgezellen niet altijd meer trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaan. In zoverre is de wet dus gemoderniseerd.
De getuige die een beroep wil doen op het verschoningsrecht zal nog wel moeten verschijnen als hij/zij wordt opgeroepen en ter zitting het beroep op het verschoningsrecht moeten doen. Uiteraard kan in zeer duidelijke gevallen voorafgaand praktische afstemming worden gezocht met de rechter en de betrokken partijen om verspilling van tijd en kosten te voorkomen.
Wanneer is iemand een (ex)-levensgezel?
Of iemand kan worden aangemerkt als (ex-)levensgezel en zich op die grond op het verschoningsrecht kan beroepen, zal de rechter steeds aan de hand van de omstandigheden van het concrete geval moeten beoordelen. Doorslaggevend is dat sprake is van een nauwe persoonlijke betrekking van een zekere hechtheid. Het moet gaan om een relatie die qua hechtheid vergelijkbaar is met die tussen echtgenoten en geregistreerd partners. Dat is niet per se met het enkele feit van samenwonen gegeven en vereist ook niet per se dat betrokkenen met elkaar samenwonen.
Hoe gaat het verder na een beroep op het verschoningsrecht?
Als een getuige een beroep doet op het verschoningsrecht en de rechter het beroep verwerpt, kan de getuige daartegen binnen 3 maanden in hoger beroep komen. Doet de getuige dat niet, dan geldt de getuigplicht. Als de rechter het beroep honoreert, dan kan de partij die wil dat de getuige verklaart daartegen in hoger beroep komen. Maar let op: dat kan pas na de einduitspraak in de zaak, tenzij de rechter tussentijds hoger beroep heeft toegestaan.