Prejudiciële vragen voor Hoge Raad in Uber-zaak
In 2021 (zie ook ons eerdere nieuwsbericht van 17 september 2021) werd een reeds langdurende discussie over de vraag of de chauffeurs van Uber zelfstandig ondernemer zijn of dat het om werknemers gaat “voorlopig” beslecht. De kantonrechter oordeelde toen dat de overeenkomsten tussen Uber en de chauffeurs moesten worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst en dus dat de CAO Taxivervoer moet worden toegepast. De discussie is echter nog niet ten einde: Uber en enkele chauffeurs zijn het niet eens met deze beslissing en hebben de zaak voorgelegd aan het Gerechtshof te Amsterdam.
Prejudiciële vragen
Vorige week zou het Hof uitspraak doen, echter zij heeft nog geen eindoordeel gegeven over de status van de Uber-chauffeurs. In plaats daarvan kondigt zij aan prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad.
Wat is een prejudiciële vraag? Dit is een rechtsvraag van een (lagere) rechter aan het hoogste rechtscollege van ons land, de Hoge Raad, over de uitleg van een rechtsregel. Daaraan kan behoefte bestaan als de Hoge Raad over die vraag niet eerder heeft beslist. Het gaat om vragen die zich voordoen in een concrete zaak die bij een rechtbank of hof in behandeling is.
Vragen over toepassing Deliveroo-arrest
In het Deliveroo-arrest van 24 maart 2023 heeft de Hoge Raad criteria gegeven om te beoordelen of sprake is van een arbeidsovereenkomst. Eén van die criteria betreft het ondernemerschap van de werker: bij Deliveroo waren dit de bezorgers, bij Uber de chauffeurs. Het Hof gaat aan de Hoge Raad vragen een verduidelijking te geven van dat criterium.
Als het Deliveroo-arrest heel letterlijk wordt gelezen zou dat kunnen betekenen dat van twee Uber-chauffeurs die precies hetzelfde werk doen, de ene een arbeidsovereenkomst heeft, en de andere niet. Het Hof vraagt de Hoge Raad of dat met het Deliveroo-arrest wel zo bedoeld is en wil van de Hoge Raad graag weten hoe het aspect ‘ondernemerschap’ een rol speelt bij de kwalificatie van een arbeidsrelatie. Het Hof denkt dat het antwoord op deze vraag ook belangrijk is voor andere geschillen over de kwalificatie van arbeidsrelaties.
Ook wil het hof aan de Hoge Raad de vraag voorleggen of het oordeel over de kwalificatie van een arbeidsrelatie moet worden gebaseerd op de Wet AVV (zonder opt-out mogelijkheid) of op grond van art. 3:305a BW (collectieve actie met ‘opt-out’ mogelijkheid).
Wordt vervolgd
Uber, de chauffeurs en FNV mogen zich op 14 november 2023 uitlaten over de precieze formulering van de vragen die gesteld moeten worden aan de Hoge Raad. We houden u uiteraard op hoogte!